Over land naar Griekenland

Zaterdag 1 en zondag 2 augustus: Vartholomio (GR)

In Griekenland zie je katten in overvloed. De beestjes zijn meestal min of meer verwilderd en moeten zelf hun kostje bij elkaar scharrelen. Dat doen ze vaak in restaurants waar (buitenlandse) toeristen per ongeluk-expres lekkere hapjes laten vallen. Want wie kan zo’n ‘zielig’ katje dat je in volle aanbidding aanstaart nou weerstaan? Camping Ionion Beach heeft nauwelijks katten. Maar wel een hondje. Het vrolijke vuilnisbakje is van ondefinieerbare oorsprong. Er klopt niks aan z’n lichaamsverhoudingen: z’n koppie is te groot voor z’n lange, smalle lijfje en de korte, dikke pootjes staan er wat scheef onder. Als het restaurant open is, loopt hij – zonder te schooien – langs de tafels. Zijn ‘glimlach’ is onbetaalbaar.

We staan hier inmiddels een dikke week en kunnen merken dat het drukker wordt: Italië en Griekenland hebben vakantie gekregen. Na al die dagen luieren, zwemmen, wijnen en eten begint het reisbloed weer te kriebelen. Morgen breken we de boel weer op en gaan we richting Centraal Griekenland. Met een ommetje langs de haven van Patra om te kijken of we tickets kunnen boeken voor de ferry Igoumenitsa-Ancona later deze maand. Nog één hedonistisch dagje en dan weer op weg!

Maandag 3 augustus: Vartholomio (GR) – Akrata (GR)

Als we ’s ochtends tegen tienen bij de receptie aanrijden om te betalen, is ‘de chef’ nergens te bekennen. De aardige, Duitse buurvrouw die ons al rennend en puffend van de hitte onze hangmat achterna komt brengen (❤️lichen Dank!) vertelt dat hij in het restaurant zit. Dus lopen we weer terug om hem op te halen. Op z’n dooie akkertje komt hij aan lopen. Ook hij vindt het vandaag uitzonderlijk warm.

We sukkelen door Glyfa, Kastro-Kyllini en langs het kasteel Chlemoutsi tot we uiteindelijk op de New National Road richting Patra uitkomen. De weg is breed en we rijden – volgens Grieks gebruik – half op de vluchtstrook. Dat maakt de tweebaansweg een driebaansweg. Het is wel oppassen geblazen met inhalers, fietsers én honden die trouw met hun baasje op de trekker mee rennen. We scheppen er bijna twee tegelijk. Gelukkig gaat het nét goed.

Bij de haven in Patra is het rond 12:00 uur uitgestorven. Er liggen twee ferries aangemeerd, eentje van Grimaldi, de ander van Superfast. Mét mondkapje op scoren we een enkele reis Igoumenitsa-Ancona met camping on board. Vertrek op 14 augustus om 20:15 uur, aankomst op de 15e rond het middaguur. Ook weer geregeld!

En wat nu? Waar zullen we naar toe gaan? Akrata Beach is mooi, vertelde een Nederlandse buurman met wie we gistermiddag een biertje dronken. Gaan we doen. Hóp, met de laatste contante euro’s de tolweg op richting Athene en dan is het nog maar zo’n 70 kilometer. In Akrata is het even zoeken naar een pin-automaat die ons nog van euro’s wil voorzien na de grote uitgaven die we vandaag al hebben gedaan. Het apparaat in de haven-terminal wilde ons niks meer geven. Blijkbaar verschilt je limiet in het buitenland dus per bank. De helft van ons doet – mét mondkapje op en een beslagen bril – boodschappen bij de plaatselijke supermarkt en dan is het éindelijk tijd voor een koude frappé met koekjes en handgel.

Camping Akrata Beach is klein maar fijn. De ontvangst is hartelijk en we krijgen voor twee nachten het allerlaatste plekje centre-ville vlak bij het witte kiezelstrand en de taverna.

Recht tegenover ons liggen Itea en Delphi.

’s Avonds is er livemuziek bij de taverna: 3 muzikanten spelen en zingen vol passie mooie volksliedjes. Hun kinderen schuiven op een gegeven moment ook aan. De Griekse toeristen zingen mee met de vrolijke kinderliedjes en geven luid applaus: Brávo! Het eten is heerlijk en we genieten van de relaxte, ongedwongen sfeer op het terras.

Dinsdag 4 en woensdag 5 augustus: Akrata (GR)

Toen we gister aan kwamen rijden, stond na een uurtje Floris bij ons busje. Floris is vrolijk kereltje van 4 jaar en is met z’n ouders en kleine zusje op vakantie. Hij was blij ons te zien. ‘De kindjes hier praten een andere taal en die kan ik niet verstaan!‘ Vanochtend vroeg komt Floris – druipend en wel met zwemvleugeltjes om na een duik in zee – weer langs. ‘Ik kom er gezellig even bij zitten.’ Hij vertelt graag en veel. Over z’n papa die zonder zwemvleugeltjes met z’n hoofd onder water durft, over zijn mama die lekkere pasta kan koken, over zijn juffen, over z’n vriendjes thuis in Nederland, dat hij 5 jaar wordt en dat hij dan naar groep 2 mag. ‘Maar dat is pas straks als we weer thuis zijn.’ En vooral over het feit dat ze met de ferry naar Italië gaan. ‘Dan gaan we pizza eten en weer naar huis.’ Ter afscheid maakt hij voor ons een tekening van hun camper. ❤️ We zwaaien hen na de middag uit.

Het is warm vandaag. Heel warm. Aan het eind van de middag nemen we een duik in de kristalheldere zee. Heerlijk! We blijven hier nog een dagje. De wasmachine gaat aan en met de kris-kras gespannen lijntjes vol schone was rondom ons busje vangen we nauwelijks nog wind. Zoals vaak in Griekenland wordt het aan de eind van de middag blak-stil en zindert alles in de hitte. De wolken, die zich aan de andere kant van de golf van Korinthe boven Delphi en de Parnassos samenpakken, zullen ons hier niet bereiken. Nog even doorzetten en dan zakt de zon in de zee.

Donderdag 6 augustus: Akrata (GR) – Kryoneri (GR)

We nemen hartelijk afscheid van de aardige eigenaresse. Ze geeft ons een fles huiswijn mee: ‘Because you were such nice guests!’ Wat lief! We rammelen kort na 10:00 uur door Akrata. Daar is – Coronaproof – een dienst aan de gang ter ere van Metamorphosis, de transfiguratie van Jezus. De preek van de pappas schalt via een versterker luid over het terrein zodat ook de aanwezigen die buiten moeten blijven hem kunnen horen. Mét mondkapje.

We gaan de bergen in op weg naar Kalavryta. Jaren terug zijn we daar ook geweest, toen met het treintje vanuit Diakofto. Voor de kinderen was dat toen een hele belevenis. Maar deze route is minstens even mooi.

We komen langs het klooster Mega Spileo, één van de grootste en – naar men aanneemt – het oudste van Griekenland. Het klooster is haar lange geschiedenis al meerdere malen door rampen getroffen. Het brandde verscheidene keren af en in 1943 vermoordden Duitse soldaten die voor een vergeldingsactie op weg waren naar Kalavryta een groot aantal monniken en bezoekers en wierpen hun lichamen in de Vouraïkos kloof.

Het gebied rond Kalavryta is een ski-gebied. Griekenland en skiën… bij een strakke 30+ is het nauwelijks voor te stellen dat men hier op de lange latten staat, maar stoeltjesliften en – gesloten – skiwinkels getuigen van deze vreemde realiteit.

In Kalavryta is het in de nauwe straatjes even zoeken naar een parkeerplek. We vinden er eentje bij een schattig bloemenwinkeltje waar de eigenaresse haar kostbare waar uitbundig besproeit. Grieken zijn gek op alles wat groeit en bloeit. Ook in de hete maand augustus versieren ze hun huizen en tuinen met weelderig bloeiende planten die nauwgezet in de vroege ochtend en late avond van water worden voorzien. Op de terrassen van restaurants en taverna’s zien we deze liefde voor planten ook terug. Als je plaatsneemt, krijg je altijd eerst een glas water voordat je bestelling wordt opgenomen. Drink je je glas niet leeg, dan gaan de restjes 9 van de 10 keer in de plantenbakken of onder de olijfboom.

Op het centrale plein, onder de grote platanen vlakbij de kerk is het zo rond de klok van twaalf best druk. Maar het terras is groot en uitgestrekt dus afstand houden is geen probleem. Op deze feestdag zitten veel families bij elkaar. Het is koffie-tijd zonder generatie-kloof. Opa leest in de schaduw de krant, de zoons en dochters kwebbelen geanimeerd, de kleintjes spelen op het plein en oma kijkt het tafereel stil en tevreden aan.

Het kerkje van Kalavryta heeft twee uurwerken. Het rechter uurwerk geeft de actuele tijd aan. De linker klok staat stil op even over half drie. Dat is het tijdstip waarop op 13 december 1943 de Duitse bezetters de gehele mannelijke bevolking van Kalavryta boven de leeftijd van 12 jaar executeerden als vergeldingsactie voor het doden van Duitse militairen door het Griekse verzet.

We vervolgen onze weg naar het Griekse vasteland. Ergens in de rafelranden van Patra doen we wat boodschappen. Geen pretje met zo’n mondkapje op…

Voor twee tientjes mogen we de brug over.

We zijn vandaag nog helemaal niet verdwaald, dus dat doen we aan het eind van de middag nog even. Op zoek naar de camperplaats bij taverna Nostos in Kryoneri raken we, tussen de vlakke velden waarop van alles wordt verbouwd en die met hoog riet zijn omzoomd – van het padje af. Maar de aanhouder wint. Uiteindelijk komen we op onze plaats van bestemming.

Een dikke 9 krijgt deze camperplaats op Campercontact. Maar wij weten niet zo goed wat we ervan moeten vinden. Langs het langgerekte strand staat een woud van ligbedden en parasols, de indringende bas van de luide muziek is tot op het eind van het terrein – waar je tegen stroomkosten á raison van drie euro een stuk van zee af verder gratis mag staan – te horen. Maar vanaf het strand is het uitzicht op de brug van Rio, helemaal in de verte, mooi en weids.

Het maaltje in de taverna erg lekker en het Griekse omaatje dat ’s avonds de helft van ons behulpzaam insmeert met een goedje tegen de muggen (of is het iets tegen Corona?) is hartstikke lief.

Vrijdag 7 augustus: Kryoneri (GR) – Preveza (GR)

Nostos is niet echt onze plek, dus we zijn alweer vroeg uit de veren. Ook al hangen er dikke wolken boven de bergen, toch staat de zon al weer op ons busje te branden.

We slaan het ontbijt over en gaan verder richting Noorden. Langs de zoutpannen van Messolongi gaat het, waar we in de verte flamingo-kolonies zien.

Vanaf Astakos volgen we de kustweg richting Alyzia. We zien beneden ons mooie baaitjes met kleine strandjes liggen. Zullen we even zwemmen?

Maar er is ons iemand voor.

‘Waar gaat die dame nou naar toe?’

‘Kijk, ze heeft ons gezien!’

‘Nou ja, zeg!’

‘Jij nog zin aan zwemmen?’

‘Nee, laat maar.’

Als we eenmaal door de tunnel bij Preveza zijn, is het niet ver meer naar Camping Kalamitsi Beach. En die heeft het moeilijk in deze tijden. De minimarket is dicht, het restaurant gesloten en pinnen kan niet. Maar het zwembad ligt er uitnodigend bij.

We koken voor het eerst sinds tijden ons eigen potje. Onze plek staat vol in de schaduw onder grote bomen. En dat maakt dat het al snel heerlijk afkoelt. De nacht is fris en koel. En dát is lang geleden!

Zaterdag 8 augustus: Preveza (GR) – Plataria (GR)

Na het ontbijt geven we Annie de opdracht ons naar Gliki te brengen. Daar willen we, net als jaren terug, een kijkje nemen bij de rivier de Acheron. De rivier ontleent zijn naam aan het Griekse woord achos, dat smart betekent. In de mythologie vormde de rivier de grens met de Onderwereld. Hier zette de veerman Charon, tegen betaling van een muntje dat aan overledenen werd meegegeven, de schimmen over naar het Dodenrijk. In de Oudheid zal dit een duistere plaats zijn geweest. Nu is het hier een compleet circus.

We herkennen het eigenlijk amper terug van dik tien jaar geleden. Toen was het hier nog rustig, op enkele wandelaars na. Nu staan de River Pirates langs de oever: volwassen mannen in halfslachtige piraten-outfits die toeristen tegen betaling van de hoofdprijs kajaks en rubberbootjes in proberen te praten om in een file te ‘raften’. Je kunt ezeltjes huren, op een paard door de rivier waden, tokkelen en kettinkjes of bio-zeep kopen bij hippies die hun waar in de bosjes hebben uitgestald. En het is druk. Heel druk. Bij busladingen worden de toeristen aangevoerd. Wat jammer. Want het is hier zó mooi!

Lichtelijk verbijsterd drinken we een frappé en zien we de ‘rafters’ langsdobberen. We blijven niet lang. Richting Parga gaat het om dan verder via Syvota langs de kust omhoog te gaan.

De route is mooi.

We hopen dat we op camping Elena’s Beach bij Plataria een mooie plek aan zee kunnen scoren. En dat lukt! Hier blijven we staan tot we vrijdag met de ferry gaan.

Donkere wolken pakken zich samen. En voor het eerst in al die jaren krijgen we een knallende onweersbui met flinke regen over ons heen. Het koelt enorm af. De helft van ons heeft een vest aan bij het eten in taverna. De andere helft vind het fijn het weer eens koud te hebben.

Zondag 9 augustus – donderdag 13 augustus: Plataria (GR)

Het is een fijn vooruitzicht om de komende dagen op dit mooie plekje te blijven. Maar de leeftocht en de contante euro’s moeten nog wel even worden aangevuld. We rijden daarom naar Plataria. Een supermarkt is gauw gevonden en de pinautomaat ook. Helaas heeft die de geest gegeven. Het is de enige flappentapper in het dorp, dus moeten we óf naar Syvota of naar Igoumenitsa. In kilometers maakt het weinig uit, dus kiezen we voor het laatste. Het is druk in de stad. De ferries naar Paxos en Corfu liggen klaar om te vertrekken, Superfast heeft het ruime sop al weer gekozen richting Patra. Wel een raar idee dat we hier over 5 dagen ook weer zijn en Griekenland gaan verlaten. Nu alles aan boord is, installeren we ons. Luifeltje uit, sunscreen ervoor, stoeltjes eronder… vakantie!

Op maandagochtend is er al vroeg allemaal reuring om ons heen. Links en rechts van ons vertrekken mensen en wie de kans krijgt, verplaatst zijn kamp van rang 2 naar pal-aan-zee. Wij hoeven helemaal niks, want we staan hier onder de platanen al op een A-locatie.

Het zijn lome, warme dagen. We doen niet veel. Wat lezen, een spelletje, wat dobberen… De Griekse buren brengen een bordje gegrilde vis. Die hebben hun zoontjes ’s ochtends onder luide Brávo’s gevangen. En van de Duitse buurvrouw aan de andere kant krijgen we een stuk perzik-cake die ze vers in haar Omnia-oventje heeft gebakken. Wat lief!

In het Griekse nieuws lezen we dat de restricties voor toeristen uit Nederland worden verscherpt. Wie vanaf 17 augustus Griekenland binnen wil komen, moet – naast de QR-code via het PLF – een negatieve moleculaire Covid-test kunnen overleggen die maximaal 72 uur van te voren in Nederland is afgenomen. Dat maakt de reis over land welhaast onmogelijk. Later lezen we een update van de Nederlandse ambassade in Griekenland: als je vanuit Italië met de ferry komt, is een negatieve test niet nodig en volstaat de QR-code. In verschillende regio’s, op eilanden en in grote steden moeten horecagelegenheden tussen 24:00 en 07:00 uur dicht. Het is wel duidelijk dat de situatie in Griekenland rap aan het veranderen is.

Maar hier op Elena’s Beach merken we er weinig van. Het is rustig en relaxed. De zee is blauw en weids. We deinen mee op de golven die de ferries vanuit Igoumenitsa de baai in stuwen. We beleven gezellige avondjes op het terras van de taverna en zien een paar sterren vallen uit de Perseïden-regen. Het is een klein paradijsje hier.

Vrijdag 14 augustus: Plataria (GR) – Igoumenitsa (GR)

Vandaag gaan we Griekenland verlaten. En dat maakt dat we weinig haast hebben. We pakken ons boeltje rustig in en hebben nog een half uurtje ruzie met een rotspen die met geen mogelijkheid uit één van de pootjes van de luifel is te krijgen. Poeh, dát is zweten! George, de campingeigenaar, nodigt ons uit voor een laatste frappé op het terras. We bespreken de toestand in de wereld, de coronacrisis en de toekomst. En dan moeten we echt gaan. We nemen hartelijk afscheid.

Ons eerste doel is de Lidl in Igoumenitsa. ‘Oeh, sin an! Elke week Griekse Week!‘ Een brede, vierkante beveiliger houdt buiten de klantenstroom in de gaten. Eén klant de winkel uit, eentje er in. We wachten, met mondkapje op, onder partytenten die bij de ingang zijn neergezet geduldig op onze beurt.

Volledig voorzien van lekkernijen verlaten we het pand en zetten koers naar Drepano Beach. Daar kun je, onder de bomen, aan het strand en met uitzicht op de veerboten die af en aan varen, heerlijk een paar uurtjes staan. We vinden een mooi plekje. De helft van ons maakt een lekkere pastasalade-voor-op-de-boot. En verder is het, met een plezierig windje vanaf zee, vooral genieten.

Rond 18:00 uur zijn we bij de haven in Igoumenitsa. Mondkapje op! In de terminal is het druk. We checken in. De helft van ons mag het busje naar pier 10 rijden, de andere helft moet lopend door de security en langs de politie-kiosk. We schuiven aan in de rij op de kade. Het wachten kan beginnen…

Toen we een week gelegen de tickets boekten kregen we een Health Declaration Form dat je – na inscheping – in zou moeten leveren bij de receptie van de ferry. Terwijl we nog op de kade staan en de Hellenic Spirit al bijna aanmeert, komt een verhitte medewerker van de veerdienst langs bij de wachtenden. Met een nieuw formulier. Van 4 pagina’s dik. ‘Fill in, the other one is not valid anymore!’ Huh?!

We buigen ons over het document. Dat bestaat uit een onbegrijpelijke mengelmoes van héle lange, kromme Engelse zinnen en allerlei doorverwijzingen van A t/m Q. Als we de stappen volgen, blijkt dat we ons – omdat we de laatste 14 dagen in Griekenland zijn geweest – binnen 48 uur in Italië zouden moeten laten testen op Corona en afwachting van de uitslag in zelf-isolatie zouden moeten. Onbegrijpelijk. Griekenland is immers nog steeds het land met de minste besmettingen in Europa. We besluiten geen energie te steken in het invullen en inleveren van dit – duidelijk in de haast in elkaar geknutselde – document. We laten het er wel op aankomen.

Het inschepen gaat vlot. Het camperdek is lang niet vol. En ook al staan we niet pal aan ‘aan een gat’, er is genoeg ruimte om van het uitzicht te genieten. Het duurt niet lang of de trossen gaan los.

En vooruit: met een ouzo’tje nemen we weemoedig afscheid van Griekenland. Jamas!

De ingeblikte dames-stem uit de luidspreker vertelt dat Anek/Superfast de Corona-hygiëne hoog in het vaandel heeft staan. Binnen én buiten moet iedereen een mondkapje op. We lusten wel een frappé-tje en nemen dus even een kijkje op het bovendek. Daar is het best druk. Het personeel draagt trouw hun mondkapje. De mondkapjes bij de passagiers zijn op één hand te tellen en daarvan zijn wij er 2. Maar gauw weer naar beneden naar ons eigen busje en smeren maar weer met die handgel!

We slapen ’s nachts warempel allebei een paar uurtjes, ook al is het warm, benauwd en onrustig met mede-camperaars die net zo onrustig als wij geregeld een luchtje scheppen.

Zaterdag 15 augustus: Ancona (I) – Mori (I)

Op de ferry zijn de nachten kort. Om 06:30 uur klinkt in 4 talen het reveil uit de luidspreker: het ontbijtrestaurant is geopend. Wij eten in ons busje een broodje. Daarna is het lezen, wat over zee uitkijken en af en toe nog even dommelen. Tegen half elf wordt omgeroepen dat de passagiers de sleutel van hun hut moeten gaan inleveren en daarna volgen de berichten over de op handen zijnde ontscheping zich in rap tempo op. Op het camperdek beginnen de eersten hun stroomkabel los te koppelen, stoeltjes worden naar binnen gebracht en de medewerkers van de veerdienst verschijnen aan ons dek. We naderen de haven!

Als iedereen weer in zijn camper zit, begint het formeren van de rij. De medewerkers zijn kortaangebonden en blaffen hun instructies naar de chauffeurs. Die boot moet natuurlijk zo snel mogelijk weer leeg. Tijd is geld, nietwaar? We staan bijna een half uur in slagorde opgesteld voordat we echt naar beneden en van boord kunnen rijden.

Er heeft niemand getaald naar het formulier dat we moesten invullen. Blijkbaar is het dus niet meer dan een papieren tijger. Of een paarse krokodil. We rijden linea recta naar de autostrada richting Noorden.

Het wordt kilometers maken vandaag. Via campercontact vinden we tegen half 6 in Mori een mooie stop op de kleine, groene camping die een fruitteler naast zijn bedrijf uitbaat. Er is zelfs een klein zwembad bij. De appelbomen hangen volgeladen met een rijke oogst aan groene en helderrode appels en in z’n winkeltje kun je allerlei soorten jams, marmelades, fruitsappen en olijfolie kopen. Vanuit hier is het nog zo’n 8 kilometer naar de noordkant van het Gardameer. Maar de drukte daar laten wij graag over aan de liefhebbers. Wij willen vooral even lekker douchen na die lange plak-nacht op de ferry en de dik 400 kilometer die vanmiddag onder onze wielen zijn doorgegaan. We koken ons eigen maaltje.

Nog een laatste ouzo’tje bij de ondergaande zon en dan gaan vroeg de luiken dicht.

Zondag 16 augustus: Mori (I) – Umhausen (A)

Oh, wat is dit anders wakker worden dan aan de overkant van de Adriatische Zee! De stoelen, tafel en alle dingen die we verder buiten hebben laten slingeren, zijn nat van de dauw. Na een tippeltje naar het toiletgebouwtje komen we met natte voeten thuis. Maar de zon komt mooi op en staat al snel weer volop te stralen. Tegen 10:00 uur breken we op. Een klein stukje autostrada nog richting Bolzano, dan linksaf naar Merano en van daaruit binnendoor via de Timmelsjoch over de grens met Oostenrijk naar het Ötztal. We zijn de tolpoortjes nog niet voorbij of we staan – voor het eerst deze reis – in de file. Waar gaan al die Italianen toch naar toe?!

De 17,50 euro die we moeten betalen om de Timmelsjoch Hochalpenstrasse te mogen rijden, is het geld meer dan waard. Wát een mooie route!

Als een serpentine slingert de weg zich door de Ötztaler Alpen tot een hoogte van 2509 meter.

En dan gaat het hard berg-af het Ötztal in. We komen terecht op camping Oetztal Arena in Umhausen. Daar schijnen we al eens eerder geweest te zijn, maar de helft van ons kan zich dat amper herinneren. Welkom in het land van binnen-de-lijntjes: Alle winkels zijn dicht op zondag, het restaurant is open tussen 17:00 en 21:00 uur, we krijgen bij het inschrijven een lawine aan folders, wandelkaarten, gratis buskaartjes, stickers en regeltjes over ons heen en om de cultuur-shock helemaal compleet te maken, begint het ook nog eens te regenen. Maar Max wordt tweede. Dát dan weer wel. Na het eten in het restaurant gaan we met de kippen op stok terwijl de regen op ons busje klettert.

Maandag 14 augustus: Umhausen (A)

Het eerste wat we zien als we ’s ochtends de ogen open doen, zijn regendruppels die triest langs het zijraam druipen. We draaien ons nog maar een keertje om. Tegen 09:00 uur staan we op. Wel lekker hoor, zo’n fris nachtje na al die warme Griekse nachten. Maar wat jammer dat die warme, Griekse nachten weer voorbij zijn. De wolken hangen triest tegen de bergen aan. Het is grijs, grauw, nat en kil.

De spijkerbroek gaat voor het eerst sinds weken weer aan. Na de koffie lopen we Umhausen in voor contante euro’s en wat boodschapjes. Umhausen is zo’n typisch Oostenrijks dorpje: keurige straatjes, huizen met bloembakken vol kleurige hang-geraniums aan het balkon en een kerkje, een dorpspomp en een gemeentehuis in het midden. Er is geen enkel vertier. Op straat kun je een kanon afschieten zonder dat er slachtoffers vallen.

Terug bij het busje eten we wat lekkere, verse broodjes. We doen een middagdutje. Het regent een paar uurtjes nét niet totdat tegen half vier de eerste druppels weer vallen. Wat een treurnis hier. De zon kunnen we vandaag wel vergeten. Als we in het restaurant hebben gegeten, lijkt het wat op te klaren. Maar helaas, het spettert alweer en het wordt snel kouder. Vroeg onder de wol maar weer.

Dinsdag 18 augustus: Umhausen (A) – Detwang (D)

Potverdorie, het houdt maar niet op met regenen hier. Als we in de ochtend naar het toiletgebouw sjokken, hangen de wolken huilend in het dal en de temperatuur komt niet verder dan een graad of 12. Trieste troosteloosheid. We eten een broodje, doen een bakje koffie en dan is het inpakken & wegwezen geblazen. Je vertrek moet je wel eerst even bij de receptie aankondigen, want zelf stroom aan- en afsluiten mag hier niet. ‘Trekken jullie weer verder?’ vraagt een vriendelijke Nederlandse buurvrouw. We vertellen dat we zo zoetjes-aan weer richting huis gaan en dat we in Griekenland zijn geweest. ‘Oh, daar is het heel warm. Maar hier heb je mooie bergen!’ Als we vertellen dat je in Griekenland ook hele mooie bergen hebt, kijkt ze ons glazig aan.

Als de procedure van stroom-afkoppelen en betalen is afgerond, vervoegen we ons bij de plaatselijke Hofer voor wat boodschappen en zetten koers richting Noorden. Er staat een etappe van ongeveer 300 kilometer op de planning richting Rothenburg ob der Tauber. Daar ontmoeten we morgen 020 en Toronto die na een lange Corona-scheiding samen op vakantie zijn. Het gaat mooi binnendoor. Over de Fernpass, langs Ehrwald en door de Lermooser-tunnel. De Zugspitze staat er maar verdrietig bij, zo met z’n top in grauwe regenwolken.

En dan zijn we al weer bij de grens met Duitsland. Het klaart meteen op. De zon breekt door en we zien steeds groter wordende vlekken helderblauwe lucht. De temperatuur schiet omhoog tot een fijne 20 graden.

De resterende kilometers verlopen vlekkeloos. Tegen half vier rijden we aan bij camping Tauber Ydill in Detwang, vlakbij Rothenburg ob der Tauber. Hier waren we al eens eerder. We besluiten twee nachten te blijven. Het zonnetje schijnt. De verregende luifel gaat uit om te drogen. Er gaat een blikje Mythos open en er wordt een wijntje ingeschonken. Jamas op de regen die niet meer valt! We koken een lekkere verse pasta en bekijken via Ziggo de Corona-persconferentie. En dan horen we opeens wat donderslagen en begint het – &#@%¥! – weer te regenen. Luifeltje maar weer in en de stoelen maar weer naar binnen. Onze lange zomer lijkt definitief voorbij.

Woensdag 19 augustus: Detwang (D)

Detwang is klein, maar haar kerkklokken zijn groots. Ze beieren 4x per uur: 1x om kwart over, 2x op het halve uur, 3x om kwart voor en op het hele uur barst een klinkende kakofonie los. Dit gaat dag én nacht door. En twee nachten zijn te kort om er aan te wennen. De afbakbroodjes liggen ’s ochtends klaar bij de receptie, dus na een onrustige nacht gaan we eerst maar even ontbijten, koffie drinken, lezen en een spelletje doen. Lekker kalmpjes-aan. Om 17:00 uur rijdt de taxi voor en die brengt ons naar de Marktplatz in Rothenburg ob der Tauber. We strijken er meteen neer op een terras. Je moet wel even je naam, telefoonnummer en tijd van aankomst invullen op een formulier, maar dat is gauw gedaan. We kijken reikhalzend uit naar 020 en Toronto. En ja hoor, daar komen ze aan. Wat fijn om hen weer te zien! We praten heerlijk bij en zoeken dan een restaurantje waar we genieten van de gutbürgerliche Küche met heel veel Pfifferlinge. Na het eten maken we nog een wandeling. Nu de Aziatische toeristen er vanwege de Corona-crisis niet zijn, is het hier een stuk rustiger. En ach… ergens is er een kindje dat de slaap vanavond vast maar moeilijk zal kunnen vatten.

De lichtjes gaan aan in de stad en dat maakt de film-set die Rothenburg op der Tauber eigenlijk is, nóg feeërieker.

Vanaf het bolwerk hebben we een mooi overzicht over de stad.

We nemen afscheid van elkaar en tegen 21:30 uur brengt de taxi ons weer naar camping Tauber Ydill. Nog even nagenieten en dan gaan we onder de wol.

Donderdag 20 augustus: Detwang (D) – Medebach (D)

Die %#€&$-klokken ook! Na weer een onrustige nacht pakken we tegen 11:00 uur ons boeltje in. Een dikke 600 kilometer scheiden ons nog van 058. Via de Romantische Strasse schuiven we weer een stukje op richting Noorden en dan is het op de Autobahn kilometers maken. Op een Autohof bezondigen we ons rond de middag aan een bezoekje aan de McDonald’s. Mag best, was alweer een jaar geleden!

We komen aan het eind van de middag, na een rondje door de Lidl in Winterberg, uit op onze laatste stop: Ferienhof Hasenkammer in Medebach. Onbedoeld ook de állerduurste camping van de reis. Voor 45 euro krijg je gratis stroom en WiFi. De 4500 muggen zijn ook bij de prijs inbegrepen.

Vrijdag 21 augustus: Medebach (D) – Leeuwarden

Als je met (klein)kinderen op stap bent, is Ferienhof Hasenkammer best een leuke plek: je kunt in de stal kijken waar de koeien worden gemolken, er is een Schtreichelzoo met konijntjes, marmotten en cavia’s, er zijn mooie speeltuinen, de kleintjes kunnen pony-ritjes maken en er zijn luxe appartementen te huur. Je betaalt hier wel de hoofdprijs. En dan is het bijzonder dat je alleen maar contant kunt betalen en geen betalingsbewijs krijgt…

Tegen 09:00 uur zijn we alweer op weg. We ruiken de stal.

Het gaat allemaal heel vlot. We gaan bij Elten de grens over. En bam! We staan meteen in een lange file. Ter hoogte van Apeldoorn maken we bij een La Place-restaurant een stop voor de lunch. Het is binnen behoorlijk druk. Niks geen anderhalve meter houden hier, niemand een mondkapje op… Wij doen het toch maar wel. We zijn er de afgelopen weken in Griekenland immers helemaal aan gewend geraakt.

En dan zijn we dik anderhalf uur later – na een rondje door de Jumbo – weer thuis. We worden hartelijk verwelkomd door 058 die op huis en tuin hebben gepast. Lekker bijkletsen, samen eten… Fijn om weer thuis te zijn!