Het is koud, bewolkt en grauw als we na een prima nacht niet al te vroeg wakker worden. We doen het kalmpjes aan. Kort voor de middag breken we op en scharrelen via binnenweggetjes en dwars door wijngaarden richting Colmar.

We rijden richting Cernay om via Uffholz de Route de Crêtes weer op te pikken. Hoe hoger we klimmen, des te mistiger het wordt. Het zál toch niet dat we ook vandaag op de toppen van de Vogezen met het hoofd in de wolken zitten?!

We klimmen gestaag omhoog richting Hartmanswillerkopf. Opeens breken we door de mist heen. Als bij toverslag rijden we boven de wolken in de stralende zon. Hier werd in de Eerste Wereldoorlog zwaar gevochten. Het Nationaal Monument getuigt – boven weidse uitzichten – met indringende architectuur van de verschrikkingen die hier hebben plaatsgevonden. Hier past slechts stilte.


We vervolgen onze weg richting Le Grand Ballon.

Ter hoogte van Col du Haag worden we aangesproken door een Nederlandse fietser die ten val is gekomen. Of we hem – bergaf – naar zijn logeeradres in Munster kunnen brengen? Daar verblijft hij met vrienden. Hij is in goede handen: zijn schaafwonden zijn inmiddels door toegesnelde Franse hulpverleners verbonden. Maar hij moet natuurlijk wel weer met z’n kapotte fiets van de berg af. Dilemma! Het kost ons een zeker een halve dag om hem op z’n logeeradres in Munster af te leveren en vervolgens weer terug te rijden. Hoe graag we anderen ook helpen, we kijken elkaar aan en besluiten dat dit verzoek onze mogelijkheden te boven gaat.
Een bord langs de grote weg geeft aan dat het vanaf hier nog een dikke 30 kilometer is naar Geishouse waar we willen overnachten. Maar linksaf kan ook, volgens een kleiner bordje. Dan is het nog geen 8 kilometer. Verboden voor touringcars en route dégradée. Een beetje smal dus misschien, maar die enorme gaten in de weg, dat zal verderop wel beter worden, toch?

We wagen het erop. Tot de eerste bocht is het stapvoets hotsen en botsen door diepe gaten vol regenwater. En daarna wordt het niet veel beter. Het weggetje loopt langs afgronden, is erg smal en in erbarmelijke staat. Door de dikke laag afgevallen bladeren en diepe plassen is soms maar amper te zien waar de weg loopt. Als we ons schuldgevoel over de fietser en onze eerste schrik over de staat van dit traject te boven zijn, grinniken we dat we zó in het televisieprogramma Dangerous Roads kunnen.
‘Hoor jij dat ook?’
‘Wat?’
‘Nou die sirene!’
Er blijkt opeens een politie-auto aan onze achterbumper te kleven. Die hadden we – hier in de middle-of-nowhere- helemaal niet zien aankomen. Zodra het even kan, haalt de gendarmerie ons in. Vernietigende blikken zijn ons deel. Haha! Zijn wij even blij dat hier blijkbaar toch ook meer mensen de berg af gaan!
Geishouse is een slaperig dorpje in de vallei de la Thur. Camping Au Relais de Grand Ballon heeft op woensdag jour de repos, maar via de bel bij de garage krijgt de helft van ons contact met de vriendelijke, bejaarde eigenaar. Hij verwelkomt ons hartelijk en nodigt ons naar binnen. We maken kennis met zijn vrouw die de keuken runt. ‘Zij is doof en ik ben half blind, maar samen redden we ons prima!’ Het inschrijven duurt lang. We helpen nog even met het verwisselen van de printer-inkt. Daarna krijgen we een rondleiding en uitleg over de boiler in de sanitaire ruimtes. We mogen zelf het allermooiste plekje uitzoeken.
En ook al is het restaurant vandaag gesloten, de vriendelijke oude baas zegt dat hij tegen 18:00 uur zwei Flammkuchen mit Salat bij ons busje zal brengen. Wát een service!
Het wordt al vroeg donker, het eten smaakt opperbest en bij het kacheltje oriënteren we ons alvast op de route van morgen.
