Om met Omroep Max te spreken: ‘Vandaag is het een reisdag.’ Voor negenen rijden we de camping af. Richting Thessaloniki gaat het. Maar #&@*%, wat zijn die Griekse tolwegen toch godsonmogelijk duur!

Onderweg zien we een grote groep vluchtelingen langs de vluchtstrook lopen. Waarschijnlijk op weg naar Ioannia, in de hoop Albanië binnen te komen. De grens met Macedonië zit immers op slot. Er zijn ook kinderen bij. Een klein meisje op groene regenlaarsjes. Welke toekomst gaat zij tegemoet?

Het is daarna niet ver meer naar de grens met Macedonië. Het grensgebeuren geeft het nodige oponthoud, want het is heel druk. De wegbelijning is niet duidelijk, dus wordt het weer een uurtje dringen, aansluiten, optrekken, af en toe een ongeduldige medereiziger voor laten gaan en je ondertussen vermaken met alle reuring om je heen. Als uiteindelijk al het verkeer in goede banen is geleid, gaat het best vlot. De Griekse douaniers wuiven ons vriendelijk uit richting Macedonië. Hun Macedonische collega wil ons busje toch nog wel graag even van binnen bekijken.

Het traject door Macedonië is ongeveer 180 kilometer lang en voor het grootste deel een prima snelweg. We passeren 3 keer een tolpoortje en betalen ongeveer 2 euro per keer. Kijk, daar kunnen de Grieken nog wat van leren. Als je zo door Macedonië scheurt, krijg je natuurlijk niks mee van het land. Maar we genieten van de mooie vergezichten.

Voor je het weet, rijd je het grensgebied met Servië binnen. Het valt ons op dat hier de grenspolitie heel nadrukkelijk aanwezig is. Ook al voor de grens worden auto’s van de weg gehaald en gecontroleerd. Zodra we aansluiten in de file voor de grens zwermen bedelaars om de auto’s heen. Een oude man rijdt in een rolstoel tussen de rijen wachtende auto’s door. In de smerige berm zitten twee vrouwen met een baby en een peutermeisje dat op blote voetjes door het afval scharrelt.

De grenspolitie leidt het verkeer in strakke banen en dan gaat het eigenlijk best snel. We mogen Servië binnen. En ja! De stuurse douanier hamert vol overgave een stempel in ons paspoort.
Het is even zoeken naar Autocamp Enigma bij Vranje. Annie geeft geen sjoege als we het adres intypen, dus moet het maar weer een beetje op de gok. We rijden natuurlijk helemaal de verkeerde kant op en missen zo de bordjes die er – als je de spiegels in de gaten houdt – wel degelijk staan. Omkeren! De weg voert ons van Vranje af, langs een smal weggetje door een rafelig dorpje en langs groene maisvelden. En dan zijn we er. Onze verbazing is groot. Opa staat het gras te sproeien en geeft via de walkie-talkie (!) door dat er iemand aankomt: ‘Parking! Parking!’ Meteen komt er een heel vriendelijke jonge man aan. Hij geeft een hand en heet ons welkom. Of we nog even willen wachten voor we onze plek oprijden? Dan kan opa het gras op die plaats nog even sproeien. Hij wijst ons de sanitaire faciliteiten, de bar, het restaurant en de twee zwembaden. We vervoegen ons op het terras voor een biertje en een wijntje. Tegen het vallen van de avond eten we lekker aan de rand van het zwembad.

De plaatselijke yoga-vereniging verzamelt zich daar ook.

Er wordt door de plaatselijke, mannelijke terrasgangers besmuikt gegniffeld. Later op de avond komt de jongeman van de bar onze handtas bij het busje brengen. Die hadden we in alle consternatie op het terras laten liggen. Dank!