Zondag 24 april: Leeuwarden – Kitzingen (D)
De helft van ons kon de slaap vannacht maar moeilijk vatten. Mentaal werd de inventaris van ons blauwe busje nog eens minutieus onder de loep genomen. Volstrekt overbodig natuurlijk, want de afgelopen dagen hadden we – op ons dooie akkertje – alles wat onmisbaar, handig en leuk is al aan boord gebracht. Maar oeh… De kaasschaaf! Nou kom je daar natuurlijk niet zo ver mee bij het inchecken op de ferry in Bari, maar toch. Van de kaasschaaf was het in de kleine uurtjes niet zo ver naar… O jee, de paspoorten!
En dan rijden we om 08:15 uur de straat uit op weg naar een nieuw, Grieks avontuur. Mét kaasschaaf én paspoorten.
Het gaat onder een zonnetje voorspoedig richting Duitsland. Het koolzaad staat uitbundig in bloei.

Het rijdt lekker door. Op sommige stukken is het heel druk met Duitsers die na de Paasvakantie naar huis terugkeren. Vrachtauto’s mogen op zondag de weg niet op. Zij staan in slagorde opgesteld op de Raststättes langs de Autobahn, waardoor het soms lastig is om nog een plaatsje te vinden voor een rustpauze. Tegen 15:00 uur zijn we bij Frankfurt. De inkomende vliegtuigen vliegen in file over de snelweg.

En dan begint het te regenen… De camperplaats in Kitzingen heeft à raison van 11 euro en wat muntjes voor stroom nog plek zat. Het miezert gestaag en het is niet warmer dan een graad of 10. Maar we staan mooi op het grind met uitzicht op de Main. En de merels kwinkeleren er lustig op los. Straks lekker de stifado in de pan. Meer hoeft het vandaag niet te zijn.

Maandag 25 april: Kitzingen (D) – Chiusa (I)
Gisteravond met de kippen op stok, vanochtend weer vroeg bij de pinken. Het was een rustige, koude nacht en áls het al geregend heeft, dan hebben we er niks van vernomen. De kille ochtend roept om hete koffie en een broodje gebakken ei met spek en aan die verlangens is snel voldaan. Om 08:45 uur rijden we de camperplaats af.

Kitzingen schijnt een leuke Altstadt te hebben, maar telkens als we hier zijn, nemen we nooit de moeite de brug over te wandelen. Dus blijft het bij een blik ‘vanaf de overkant’.

Tegen de middag komen de Alpen in zicht.

We rijden Oostenrijk binnen. Op weg naar de Fernpass krijgen we te maken met een fikse wegomlegging. Helemaal niet erg want we worden zomaar getrakteerd op een ritje langs memory lane: Bichlbach, Lermoos, Biberwier… het is een prachtig toertje door de binnenlanden van Tirol.

We hielden de Oostenrijkers altijd voor enigszins behouden en conservatief, maar anno 2022 denken ze niet alleen meer aan het versterken van de inwendige mens. Het verruimen van de geest krijgt ook zo z’n aandacht.

Voor 9,60 euro mogen we met de vlam in de pijp over de Brennerpas en rijden we Italië binnen.

En daar staan we dan. Op camping Gamp in Chiusa, ook wel bekend als Klausen. Het zonnetje haalt 18 graden maar is in gevecht met steeds donkerder wolken. We waren hier al eens eerder en het Middeleeuwse centrum van het stadje is zeker een bezoekje waard. De autostrada loopt boven de camping langs, maar als je de rondweg van Leeuwarden gewend bent, is dit niet meer dan achtergrondmuziek.

En het uitzicht op het voortuintje is prachtig.

En nu gaan we héél vaak douchen, afwassen, naar de WC, laden we álle apparaten op en doen we in ons busje alle lampen aan. Dat mag ook wel voor 45 euro 50, toch?
Dinsdag 26 april: Chiusa (I) – San Marino (RSM)
We hoeven pas om 11:30 uur onze hielen te lichten van camping Gamp dus doen we het kalmpjes aan vanochtend. Het is druilerig en de bergen zijn versierd met mistroostige slingers van laaghangende bewolking. Af en toe doet het zonnetje een moedige poging die steevast eindigt in wéér een buitje. Aan de eieren met spek maar weer, wat bakjes koffie en een hete douche. Na het vullen van de watertank rijden we om 11:15 uur de camping af.
We tappen een vers tolkaartje en begeven ons richting het zuiden. De autostrada wringt zich – vooral gevuld met vrachtverkeer – door de smalle dalen van de zuidelijke uitlopers van de Alpen.

Als de Dolomieten in zicht komen, verbreedt het landschap zich en zien we wijngaarden zover het oog reikt.

Op de Po-vlakte verandert de wereld om ons heen in een weids, groen en vruchtbaar land vol fruitteelt. Hij ligt er sereen bij, de Po.

En eindelijk: hoe zuidelijker we komen, des te vaker wint de zon het van de wolken. We tikken de 21 graden aan.

Tegen half 5 verlaten we (31 euro tolgeld lichter) de autostrada en zetten we koers richting San Marino. Daar zijn we nog nooit geweest en dit is een mooie gelegenheid.
Echt mooi wil het hier nog niet echt worden. Er wordt aan de druk bereden weg richting het dwergstaatje enthousiast geadverteerd met grote outlets en parfumerieën. En warempel: we worden ingehaald door een luidkeels ronkende Porsche in de kleur van een gloednieuwe, glimmende roestvrijstalen spoelbak.
De plaatselijke camperplaats (P13) is gratis en moeilijk te vinden. Tenminste, door onze Annie. Hij ligt wat achteraf, is behalve wat afvalcontainers nauwelijks van gemak voorzien, al wordt hij wel bekroond door twee hurktoiletten in een obscuur gebouwtje. Maar de vogels in de bomen zingen uit volle borst. De stoelen gaan naar buiten want het zonnetje schijnt. En de diesel is hier een kwartje goedkoper dan in Italië. Dus tellen we onze zegeningen en eten we pannenkoeken met spek, want die moet op. Morgen met de kabelbaan(!) naar de oude stad!
Woensdag 27 april: San Marino (RSM) – Ortana (I)
Na een stille, donkere nacht trekken we tegen half 10 de stoute schoenen aan en begeven we ons richting het kabelbaanstation. Het is een korte, steile klim. Voor 4,50 euro p.p. krijg je een kaartje heen-en-terug en de gondel vertrekt elke 15 minuten voor een anderhalve minuut durend ritje naar de oude bovenstad. Het gevaarte is overvol. We wurmen er ons nog net in. De helft van ons heeft klamme handen van de oplaaiende paniek. Toch bijzonder, hoeveel diepgevoelde schietgebedjes er in 90 seconden passen.
We komen heelhuids boven aan. Nog daas van de moedig doorstane angst waggelt de helft van ons de gondel uit en valt zich bijna meteen bijna te pletter op een afstapje. Maar het uitzicht is prachtig.

De oude bovenstad is het kloppend hart van de regering van de Republiek San Marino. Koud uit de gondel word je getrakteerd op veelvuldig vlagvertoon. Het is Libertas wat de klok slaat.

De eerstvolgende highlight is het Plein van de Vrijheid, dat wordt geflankeerd door het Paleis van het Volk.

En het Secretariaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

En warempel: daar is de Presidentiële Garde!

Potverdikkie, het lijkt hier wel een Borat-film! We zijn benieuwd naar welke Belangrijke Zaken van Nationaal Belang ze zich spoeden. Immers, de President is ook ter plekke, getuige de glanzende, zwarte Audi met het kenteken SM001. Besmuikt volgen we beide Gardisten. En dan blijkt de realiteit toch altijd profaner dan de wildste fantasie: ze gaan gewoon een broodje kopen.
De nauwe straatjes van de bovenstad zijn pittoresk, maar bestaan vooral uit winkels. Er is van alles te koop, vaak met de valse belofte van hoge korting vanwege het plaatselijke belastingparadijs. Parfum, tassen, pistolen en geweren… er is geen nee te koop.




We dwarrelen zo’n anderhalf uur door de straatjes en dan hebben we het ook wel weer gezien. Tijd voor een cappuccino. Daarna begeven we ons weer naar het kabelbaanstation.

We moeten nog even 10 minuten wachten, maar dan kunnen we in een – bijna lege – gondel weer naar beneden. Wat gaat de tijd snel als je in blinde paniek de stadsplattegrond van San Marino in het Italiaans probeert te lezen!
We rijden verder richting zuiden, op zoek naar een camping. Maar open campings zijn in dit deel van Italië in het vroege voorjaar dun gezaaid. Camper Contact belooft een gastvrij onthaal op de camping in Ortona, maar het dichte hek gooit dit vooruitzicht in de war. Vooruit, op de belendende parkeerplaats dan maar zonder voorzieningen. Maar wel met uitzicht.

Donderdag 28 april: Ortona (I) – Vieste (I)
Vandaag willen we de kustlijn een beetje verkennen, dus laten we de autostrada voor wat ‘ie is en pakken we de SS16, de Strada Statale Adriatica. Deze weg vormt een 1000 kilometer lange noord-zuidroute langs de oostkust van Italië. Echt mooi wil hij maar niet worden, tot we bij de Trabocchi-kust komen. Hier is de kustlijn prachtig.
Trabocchi zijn voor dit gebied kenmerkende, eeuwenoude, houten visinstallaties die via een vaak gammele, houten pier bereikbaar zijn. Locale boeren, die hun oogsten soms zagen mislukken, bouwden als tweede tak-in-bange-tijden deze installaties en van één traboccho konden 4 à 5 gezinnen eten. Tegenwoordig zijn ze beschermd en alleen nog in gebruik als museum of visrestaurant.

Na dit prachtige stukje kust, buigt de weg van zee af en rijden we een poos door vlak, troosteloos landbouwgebied waar plaatselijke prostituees op krukjes langs de weg op klandizie wachten.
Terug bij de kust wordt het tijd voor koffie en aan het Varano-meer vinden we een uitspanning met uitzicht.

Tegen 14:30 uur zijn we op Camping Oasi, een paar kilometer voor de stad Vieste. Die ligt pal aan zee en is, in tegenstelling tot de meeste campings in dit gebied, wel open. We mogen zelf een plekje zoeken.

En daar staan we dan, dichtbij zee waar de kite-surfers in de harde, aanlandige wind hun zeilen boven de branding laten bollen. Morgen kiezen we zelf het ruime sop!

Vrijdag 29 april: Vieste (I) – Bari (I)
Na een rustige nacht zet de helft van ons zich aan het snipperen, snijden en hakken, want vandaag gaan we varen en daar hoort traditiegetrouw een pastasalade bij. Op het camperdek van de veerboot is het gebruik van gasflessen streng verboden dus is het zaak de koelkast (die gaat ook op stroom en dat mag wél) te vullen met allerhande flaubiten.
Tegen de klok van 12 rijden we de camping af om de laatste kilometers die ons van de haven in Bari scheiden af te leggen. Na Vieste klimmen we de bergen in via een mooie, kronkelige route. Eenmaal weer afgedaald naar zee wordt het landschap vlak en weids met kleinschalige landbouw.

De bermen staan uitbundig in bloei met klaprozen en felgele margrieten.

De zon gaat steeds vaker schuil achter de opkomende bewolking.

Langs de weg eten we pizza con funghi en doen we een dutje. De haven van Bari is, als je beetje op de borden let, makkelijk te vinden.

Het inchecken gaat vlot en we worden subiet naar de embarkation area gedirigeerd. We mogen meteen aan boord. Wat een verschil met hoogzomer, dan sta je vaak nog een dik uur in de blakerende zon & file op de kade te wachten.

Nu is het wachten op vertrek.

Als je er expliciet om vraagt, kun je bij de restaurants aan boord ook maaltijden afhalen. Het ziet er in zo’n bak misschien niet uit, maar echt: het is smullen.

En dan vlijen we ons neer. Het schommelt behoorlijk, dus er zal wel een flinke bries staan. Tegen middernacht komt de crew van het camperdek nog even een vrachtwagen extra zekeren met luid rammelende kettingen. Nog een paar uur, dan zijn we er!
Zaterdag 30 april: Bari (I) – Glyfa (GR)
We hebben vannacht blijkbaar flink de wind in de rug gehad. Na een tussenstop in Igoumenitsa naderen we een half uur voor de geplande aankomsttijd de haven van Patras. Het ontschepen gaat, in tegenstelling tot in de zomer, razendsnel.

We zijn er! Als we de boot af zijn, moeten we nog even langs een hokje rijden waar gecontroleerd wordt op Corona-certificaten. Veel werk maken ze er niet meer van, de Grieken. Al rijdend even door het open raam wapperen met ons Gele Boekje is genoeg. Snappen we wel, want per 1 mei is een certificaat niet meer nodig om Griekenland binnen te mogen, dus doen ze – typisch Grieks – op 30 april al niet meer moeilijk.
We hobbelen de stad uit op weg naar Gastouni. Daar lokt de My Market en daar zit de helft van ons al de hele week op te vlassen. Voorzien van boodschappen verrijden we ons in het dorp en rijden we per ongeluk in verkeerde richting een straat met éénrichtings-verkeer in. Gelukkig zitten er genoeg mannetjes op het terras aan de koffie en het bier die ons luid roepend en gebarend weer op het juiste spoor zetten. Efcharistó!
We rijden langs de velden waar zomers de enorme watermeloenen liggen te glimmen in de zon. Nu zijn het nog maar kleine plantjes. En hoppa, ons eerste bermbrandje!

Camping Ionion Beach heeft nog plek zat. Onze reservering voor plek A2 is niet goed doorgekomen. Maar we mogen op plek A3 staan.

Het zonnetje schijnt en het is 25 graden. Op naar de beachbar! ‘s Avonds eten we een heerlijke stifado (van konijn, zoals het eigenlijk hoort), Gemista en een salade. We rollen tevreden ons busje weer in. Kalinichta!