Griekenland 2024

Vrijdag 3 mei: Kato Gatzea (GR) – Delphi (GR)

Flink met de veger door het busje want de olijfbomen ruien in deze tijd van het jaar en alles zit onder de witte bloemetjes en het groene stuifmeel. Ook de luifel is helemaal groen uitgeslagen. Geeft niks. We krijgen vast nog wel een buitje regen één dezer dagen en dan spoelt de boel wel weer schoon. Tegen 10:00 uur nemen we afscheid van camping Hellas en gaan we richting Lamia. Over de tolweg, vooruit maar weer, want anders zijn we twee dagen bezig om in Delphi te komen. En ach, die dikke 20 euro tolgeld daar komen we ook wel weer overheen. Annie kan vanaf nu op vermijd tolwegen. Op de brug (of de ferry) richting Patras na dan. Maar dat is voor later.

Eerst duiken we achter Lamia de bergen in en dat is een prachtige route.

De brandweer staat al weer te posten op de uitkijk-punten. We hopen maar dat grootschalige bosbranden Griekenland dit jaar bespaard blijven.

In Itea is het een drukte van belang. Een parkeerplekje is moeilijk te vinden. Note to self: vermijd als het even kan het doen van boodschappen op Goede Vrijdag. Want de Grieken spoeden zich – met het Paasweekend voor de deur – massaal naar de supermarkt. In de plaatselijke My Market woedt een veldslag die te vergelijken is met het gekkenhuis rond Kerst bij ons. De dames slaan elkaar nog net niet met de enorme bossen verse dille – een belangrijk ingrediënt bij het bereiden van het traditionele paasmaal – om de oren. Dat de dille deze dagen flink in de aanbieding is, helpt ook mee natuurlijk. Bij de slagerijen staan rijen tot op straat. Lammeren worden uitgebeend en lamskoppen liggen in de etalages. Ook gaan de ingewanden van lammeren en schapen veelvuldig over de toonbank. Ze worden flink gekruid op een lange spies gestoken waarna de spies met darmen wordt ingerold en op de grill wordt geroosterd. Kokoretsi heet deze typische Paas-specialiteit.

Als onze buit ook binnen is, klimmen we omhoog richting camping Delphi.

Het is een hartelijk weerzien. Een drankje en een hapje op het terras en dan installeren we ons op onze plek met fenomenaal uitzicht.

Er waait een straffe westenwind over de Golf van Korinthe. Maar achter ons busje, in de luwte, is het prima vertoeven in het zonnetje.

Zaterdag 4 mei: Delphi (GR)

Het was een frisse nacht en ook vandaag blijft de wind flink waaien. In de loop van de ochtend trekken donkere wolken over de flanken van het Parnassos-gebergte. We houden het niet droog. Omdat de luifel niet uit kan vanwege de sterke wind, verhuizen we noodgewongen naar binnen. Een puzzeltje, wat lezen… het is een lange middag. Tegen de avond klaart het wat op en zien we tussen de wolken door af en toe de zon. We eten lekker in het restaurant met uitzicht op de bergen die – in het spel tussen schaduw en zon – van minuut tot minuut van kleur verschieten. Een uitzicht dat nooit verveelt. Morgen wordt het beter, verzekert Vasili ons, diep weggedoken in z’n jas. ‘It’s too cold!’

Zondag 5 mei: Delphi (Gr) – Glyfa (GR)

Vandaag is het Paaszondag, het hoogtepunt van de Grote Week. De Grieken spoeden zich naar familie en vrienden voor een dag van gezelligheid, zang, dans en overvloedig eten. Het openbare leven valt stil. Ook hier op de camping wordt de vlam al vroeg in de ochtend in de 3 enorme barbecues ontstoken.

Drie lammeren worden er straks geroosterd. En een dikke meter kokoretsi, vertelt Vasili ons. We zagen ze gisteravond al in de koeling liggen. Hij weidt graag uit over de eetgewoonten van vandaag. Er wordt alleen vlees gegeten. Geen groenten, geen rijst, aardappels of andere bijgerechten. ‘We only eat meat and drink. It’s the ancient way to avoid indigestion.’

We wensen hem en zijn familie Kálo Páscha en gaan op weg richting de Peloponnesos. We rammelen richting kust eerst nog even door Chrisso en ook daar zijn de voorbereidingen voor het feest in volle gang.

Dik een uur later betalen we, na een prachtige rit over de kustweg langs de Golf van Korinthe, €22,60 voor de tolweg over de Charilaos Trikoupis-brug die het vaste land van Griekenland met de Peloponnesos verbindt.

Voor dat geld zoef je Patra inmiddels een flink stuk verder voorbij dan vorig jaar. Blijkbaar zijn de Grieken van plan om de tolweg helemaal richting Pyrgos door te trekken. Links en rechts van de weg staan gloednieuwe viaducten verweesd in het landschap. Het zal vast nog flink wat jaren duren voordat dit project helemaal klaar is.

Fournia Beach is ons doel. Daar kampeerden we dik twintig jaar geleden ook al eens met de kinderen. Maar het hek zit dicht: zo vroeg in het seizoen hebben ze nog geen zin in gasten.

Jammer! We hadden graag gezien hoe de wereld er hier twintig jaar later bij ligt. Maar niet getreurd. Tien kilometer verderop ligt camping Ionion Beach. Komen we daar ook nog eens. De receptie is dicht, maar de slagboom staat gastvrij open. We zoeken zelf een plekje uit. Het restaurant en de market zijn gesloten. Aanmelden kan morgen wel, vindt de vriendelijke ober van de beachbar die laat in de middag toch nog open gaat. Hij herkent ons. ‘No check-in, so you stay a night for free.’ grijnst hij breed.

‘Ze herkennen je altijd aan je pet’, lacht de helft van ons vanachter een koel wijntje. Maar de andere helft houdt onder het genot van z’n Mythos vol dat het vooral door zijn aimabele persoonlijkheid komt.

Maandag 6 en dinsdag 7 mei: Glyfa (GR)

Het is altijd volop genieten van de luxe op Ionion Beach: een prachtig aangelegd terrein, mooie plaatsen, een uitgebreide market, een zwembad, een beachbar, tiptop sanitair, het strand… Dat maakt de camping tot een gewilde plek. Sommige campers staan hier wekenlang. En dan krijg je vanzelf een ons-kent-ons-sfeertje dat resulteert in groepen die gezamenlijk aan lange tafels in het restaurant eten, ‘s ochtends samen koffie drinken en met elkaar bij het zwembad of op het strand liggen. Hartstikke gezellig natuurlijk, maar niet echt ons kopje thee. Ons record op Ionion Beach is een dag of 10. En dat gaan we dit jaar niet breken. Als we op maandagavond in het restaurant zitten te eten, besluiten we woensdag weer te vertrekken.

Vlakbij staat een enorme Poolse camper. De Poolse mevrouw trekt zich het lot van de campingkatten nogal aan en serveert copieuze maaltijden blikvoer die ze bij onze plek – tegen de heg aan – op papieren bordjes opdient. Zelfs aan een teiltje water is gedacht. Lief bedoeld natuurlijk, maar nu bevinden wij ons dus op een hotspot die tientallen katten aantrekt. De poezen zijn allemaal krols en de katers ruiken hun kans. Hele gevechten worden bij en onder ons busje uitgevochten. Een getergde poes is alle aandacht van de mannelijke kunne helemaal zat en ontvlucht de me-too praktijken door via het voorwiel een schuilplaats in de motor van ons busje te zoeken. Daar blijft ze een hele poos zitten terwijl een stuk of 6 katers onder ons busje wachten op een nieuwe kans. Uiteindelijk weet ze te ontsnappen en zoekt ze haar heil in de boom.

Een vasthoudend typetje hoor, die rode kater…

Woensdag 8 mei: Glyfa (GR) – Archaía Olympia (GR)

Een heuse wereldreis hoeven we vandaag niet te ondernemen want Olympia ligt nog geen 50 kilometer verderop. Na de Paasdagen en de vrije dag van 1 mei – die lekker pragmatisch aan het Paasweekend blijkt te worden geplakt – neemt het openbare leven na 3 dagen weer z’n loop. De winkels gaan weer open en dus is het ook in de Lidl in Amaliada een drukte van belang. Grieken en toeristen gooien de karretjes vol en wij doen ook vrolijk mee.

Camping Diana in Olympia is vol. ‘But I want to keep you here!’ verzekert de vriendelijke uitbater en hij brengt ons naar een provisorische plek, helemaal onderaan het steile terrein. Echt mooi is het niet én superscheef maar vooruit, voor een nachtje zal het wel lukken. Terug bij de receptie raken we geanimeerd aan de praat met het Nederlandse echtpaar dat bij de Lidl naast ons stond geparkeerd. De Mythos en de wijn komen op tafel. Het frêle 96-jarige grootmoedertje van de uitbater – helemaal in het zwart gekleed zoals Griekse grootmoedertjes vaak gekleed gaan – drukt ons ondertussen alle vier wat citroenen in de hand en gaat dan op haar vaste plekje onder de veranda luid zitten bellen met haar smartphone.

In de middag dalen we vanaf de camping af naar het dorp. Het is een wandelingetje van nog geen 800 meter naar de enige winkelstraat die het dorpje rijk is. En de weg loopt steil naar beneden, dus je bent er zo. De archeologische opgraving ligt vanaf de winkelstraat 5 minuten lopen om de hoek. In een van de obligate toeristenwinkeltjes koopt de helft van ons een jurkje met spaghettibandjes. Volgens haar een absolute must-have ‘want anders loop ik straks met van die rare witte wielrenners-mouwtjes in m’n zwempak!’

Ijsje toe, iedereen weer tevreden. Het is nog een hele klim naar boven…

Donderdag 9 mei: Archaía Olympia (GR) – Archaía Epidavros (GR)

Even leek het nog een warme, broeierige nacht te worden maar de temperatuur is gezakt en als we ‘s ochtends buiten zitten met een bakje koffie is het zwaar bewolkt en vallen de eerste druppels. Gauw inpakken maar en op weg. We laten de opgraving toch maar voor wat hij is. Er staat tegen half 10 al een complete vloot touringcars bij het terrein, het regent en we hebben het immers al een keer gezien.

‘Laten we gaan bakken op Bekas!’ grijnst de chauffeur en dat betekent een rit van west naar oost, dwars door het adembenemend mooie Arcadië. In het binnenland van de Peloponnesos zijn weinig campings te vinden. Maar de natuur is overweldigend. Als je het authentieke, alledaagse Griekse leven wilt zien, moet je hier zijn; weg van het – overigens zeer aangename – leven langs de uitgestrekte kustlijnen waar het toerisme welig tiert.

Geleidelijk klimmen we tot boven de 1100 meter. Hier in de bergen is het amper 13 graden en de Grieken hebben allemaal hun winterjas aan.

We rijden door een uitgestrekt gebied waar de hevige bosbranden uit het recente verleden het landschap nog duidelijk tekenen.

In Levidi maken we stop en strijken we in het centrum neer op een terrasje van een koffiehuis. Een groot canvasdoek schreeuwt trots dat ze in 2019 onderscheiden zijn voor the best coffee in Greece. Dat wordt vast een heerlijke cappuccino, want voor een frappé is het veel te koud. Het is een komen en gaan van Grieken die koffie halen of die driedubbel geparkeerd via het open autoraampje gezellig even bijpraten met de klanten binnen in het etablissement. We zitten de taferelen genoegelijk te aanschouwen.

Halverwege de middag komen we aan bij camping Bekas. Hopelijk is er nog een plekje vrij pal aan zee. En ja hoor! Heerlijk! Hier blijven we een poosje. Morgen nog een dagje met wat minder weer, zegt de Griekse Weerplaza en dan wordt het beter. Laat maar komen, die zon!

Vrijdag 10 t/m woensdag 15 mei: Palaia Epidavros (GR)

In de koele nacht klotst de Golf van Aegina zó rustgevend op het strand pal voor ons busje dat de helft van ons – die de slaap meestal maar moeilijk kan vatten – zomaar 6 uurtjes onafgebroken in Morpheus’ armen ligt. De ochtend brengt grauwe lucht, regen, wind en woeste golven.

We starten de dag met koffie, een beschuitje met aardbeien en het lekkere brood dat in de mini-market te koop is. En verder zitten we het slechte weer onbekommerd uit onder het luifeltje. In de middag breken de wolken open en zien we het eerste stukje blauwe lucht van vandaag.

De helft van ons poetst ons busje van binnen schoon terwijl de andere helft een ommetje maakt. Later in de middag trekt de wind aan en staat opeens dwars onder de luifel. Die begint vervaarlijk te klapperen. We draaien ‘m voor onze gemoedsrust toch maar even in. Maar zoals voorspeld gaat de wind uiteindelijk liggen.

Morgen wordt een mooie dag

En inderdaad, elke dag schijnt de zon en komen er wat graadjes bij. We pootjebaden even. Maar brrr… het water is nog wel erg koud. De nieuwe stretcher, die we dit jaar voor het eerst mee hebben, wordt uitgeklapt en dan… bakken op Bekas maar!

Op zondagavond kuieren we langs het strand richting camping Nicolas. Maar de taverna daar is – net als op Bekas – nog dicht. De andere kant op dan maar richting Hotel Apollon, die zijn zeker open. Maar tot onze verassing is restaurant Aigialós – één deurtje verder – ook al in bedrijf. Daar kun je voor een schappelijke prijs altijd prima eten.

Ook de lieve terrashond die nooit schooit maar er wel gezellig bij komt liggen, loopt het water in de bek.

Op maandag schijnt de zon al vroeg uitbundig en is het al snel 25 graden. We willen wel eens even fan de pôle dus mikken we alles in de kastjes, nemen we nog even water in (want vannacht begon het lampje van de watertank vol overgave te knipperen) en rijden dan omhoog langs de kust. Het uitzicht op het stadje Epidavros is fenomenaal.

Er wonen in het hedendaagse Epidavros zo’n 2000 mensen. In de Oudheid schijnt dit gebied tienduizenden mensen te hebben gehuisvest. Dat is in 2024 nog maar moeilijk voor te stellen. Maar de strategische ligging, de beschutte baai, de natuurlijke, veilige haven tussen twee beschermende kapen en het vruchtbare achterland maakte dit stukje Griekenland uitermate geschikt voor massale bewoning.

We willen het stadje Troizina bezoeken.Want daar ligt de beroemde steen van de held Theseus die in die contreien opgroeide. Wie z’n vader was, wist z’n moeder niet precies. Ze had immers tegelijkertijd romantische escapades beleefd met de God Poseidon en met Aigeus, de koning van Athene. Aigeus hield, naast een warm hart voor de moeder van Theseus, zijn hoofd koel. Hij vertelde haar dat hij in de buurt zijn zwaard en sandalen onder een steen zou verbergen. Als de boreling écht van zijn nageslacht was, zou de kleine bij het bereiken van volwassenheid sterk genoeg zijn om die steen op te tillen. En dan moest hij maar naar Athene komen om in de voetsporen van zijn heroïsche vader te treden. Het optillen van de steen bleek voor de 18-jarige Theseus een fluitje van een cent. Lang verhaal kort: eenmaal in Athene ontsnapte hij aan de moordneigingen van z’n stiefmoeder Medea, doodde hij op Kreta de Minotauros, trouwde hij met de Kretenzische prinses Ariadne en stierf, na een veelbewogen leven met veel heldendaden en evenzoveel bittere tegenslagen een roemloze verdrinkingsdood in zee, waarover Poseidon heer en meester is. Een echte Griekse tragedie dus.

Op de route naar Troizina staat de archeologische site goed aangegeven. Onderweg komen we nog een hijgende schildpad tegen.

We rammelen door Troizina, een echt authentiek Grieks stadje met straatjes die steeds nauwer worden terwijl de balkonnetjes van de huizen steeds verder over de weg steken. We staan even stil om onze kansen in te schatten: passen we hier wel door? Een oud vrouwtje komt naar ons toe. ‘Ola kalá?’ vraagt ze behulpzaam door het open raampje. Is alles goed? Ja hoor. Efcharistó polí! We hotsebotsen verder met mooie uitzichten op het dal.

‘Hier is het!’ grijnst de chauffeur en de bijrijdster springt meteen het busje uit. ‘Dit is de meest epische archeologische site die ik ooit in Griekenland heb gezien!’ schatert ze na een moment van stilte. ‘Als mensen ons nog eens vragen wat je in Griekenland beslist gezien moet hebben, stuur ik ze hierheen!’

De Devil’s bridge en aanverwante antiquiteiten laten we voor wat ze zijn en dwars door olijf- en sinaasappelgaarden hobbelen we weer naar de hoofdweg.

Op naar Kranidi gaat het want daar wacht de helft van ons een koninklijke missie.

Maar eerst strijken we neer op een terrasje in Galatás waar het pontje en de watertaxi’s druk heen en weer varen tussen het stadje en het eiland Poros dat op een steenworp afstand ligt.

Poros is erg in trek bij buitenlandse creatievelingen die er als zelfbenoemd artiest, kunstenaar, life-coach, yoga-specialist of pannenkoekenbakker aan de kost proberen te komen. Er flaneren heel wat Ibiza-hoeden langs onze frappé.

Langs de kust omhoog komen we langs de oude taverna waar we 2 jaar geleden schaamteloos afgezet werden door de bejaarde uitbaatster die ons 20 jaar dáárvoor heerlijke kotopoulo van de grill voorschotelde. Twee jaar geleden zaten er kopers met een makelaar en een tolk op het terras. Het etablissement is nu helemaal ter ziele en staat nog steeds te koop bij Geo Land, een vastgoedhandelaar die zichzelf in deze contreien enthousiast in de schijnwerpers werkt middels glossy, megalomane advertentieborden.

De helft van ons wil graag naar Kranidi vanwege de Lidl aldaar. De ‘royal Lidl’ noemt ze het want Willy, Max en de A-drietjes hebben vlakbij het dorp hun riante zomerpaleis. Ze heeft recentelijk een interview gelezen (of gezien, daar wil ze vanaf wezen) waarin Máxima vertelde dat ze erg begaan is met Nederlanders die elke maand de eindjes aan elkaar moeten knopen. En dat zij en Willy heus ook budgetteren. En dat het in huize Oranje dus ook wel eens ‘kliekjes-dag’ is. En dat de openbare opinie niet moet denken dat hun dochters zomaar alles kunnen krijgen wat ze willen en dat zij echt ook wel eens nee verkopen aan de kinderen. ‘Dus dan zal Max toch ook wel eens naar de Lidl gaan?’ mijmert ze er lustig op los. ‘Of haar privéchef? Of tenminste de jongste bediende uit de keukenbrigade?’

Als we aan de kassa staan met een volle kar zegt de chauffeur: ‘Potverdikkie, kijk! Daar heb je Máxima! Met een mondkapje op, ze is zeker incognito!’ Hij wijst naar een slanke vrouw met lange blonde haren die bij kassa 3 in de rij staat. En de royalty-watcher onder ons stinkt er natuurlijk ook nog in.

Terug op de camping maakt het warme weer al snel plaats voor wolken en harde wind. Ook dinsdag is het niet veel beter. Op Weerplaza lezen we dat het thuis dik tien graden warmer is dan hier aan de Saronische golf. Morgen verkassen we maar weer eens, besluiten we.

Maar als de zon woensdagochtend al vroeg stralend op ons busje staat, plakken we er toch nog maar een dagje aan vast. Maar het duurt niet lang voor de kille wind weer aantrekt, de wolken zich weer donker samenpakken en we maar weer naar binnen verhuizen. Wat is er toch met het weer aan de hand?!

We zijn op zoek naar mooi weer. En dat schijnt in het noorden te vinden te zijn. We bellen met camping Elena’s Beach, vlakbij Igoumenitsa. George verzekert ons dat er gauw vast een mooi plekje aan zee vrij is.

Donderdag 16 mei: Palaia Epidavros (GR) – Lampiri (GR)

Al met al loopt het tegen half 11 als we de camping afrijden. We rammelen door het dorp richting Korinthe en werpen een laatste blik op de baai.

Het wordt een reisdag vandaag. We schampen een stukje tolweg langs Korinthe (snelwegen langs grote steden zijn in Griekenland altijd tolvrij) en rammelen dan over de kustweg langs de Golf van Korinthe richting Rio. Deze kustweg is heel anders dan de kustweg aan de overkant van de Golf. Wordt die laatste gekenmerkt door prachtige uitzichten, bergen en natuurschoon, hier rijdt je tot aan Akrata eigenlijk door één langgerekt bewoond gebied. Maar dat heeft ook wel wat, want we hopen ergens een pita gyros te kunnen scoren. Helaas, dat zal niet lukken. Het toeristenseizoen is hier nog niet losgebarsten. Zou het aan het weer liggen? Het is immers al half mei. Hoe dan ook, we bakken maar een eitje onderweg terwijl de regen af en toe op ons busje tikt en we uitkijken op het water met witte schuimkoppen.

Camping Tsolis heeft altijd wel plek. Het is een gewilde camping bij vakantiegangers die de ferry in Patra moeten halen. Je kunt er prachtig staan met uitzicht op zee. De faciliteiten zijn dik in orde. Vanwege de harde wind kiezen wij dit keer een plekje uit aan de andere kant van het terrein, vlakbij de receptie. We staan dicht bij de weg, maar ach, veel last zullen we daar vannacht wel niet van hebben.

Vrijdag 17 mei: Lampiri (GR) – Plataria (GR)

Vanaf de camping is het een kleine 20 kilometer naar de brug bij Rio.

Matrixborden waarschuwen voor harde wind: Strong winds. Reduce your speed. En inderdaad, het wordt een ritje waarbij de handen ferm aan het stuur moeten en de wind op de zijkant van ons busje beukt. Poeh… dit hebben we hier nog nooit zo meegemaakt! We halen opgelucht adem als we aan de overkant zijn.

Dwars door het binnenland rijden we richting Astakos. We schampen het National Park bij Mesolongi, beroemd om z’n zoutpannen en flamingo’s. Het is nog bewolkt, maar de temperatuur wordt steeds aangenamer.

Er florerend is dit stukje Griekenland niet. De dorpen zijn rommelig en er is veel leegstand. Ook hier staat betonnen casco’s verweesd in het landschap. Je ziet ze overal in Griekenland. Een paar jaar geleden werd een wet aangenomen die de ongebreidelde bouw van huizen en hotels aan banden legde in een poging toch íets aan ruimtelijke ordening te doen. Anticiperend op die wet én de mazen erin bouwde menige grondbezitter die het zich kon veroorloven alvast maar een casco op z’n grond. Afbouwen mocht dan altijd nog. Maar zo te zien, is het daar tot nu toe lang nog niet altijd van gekomen. Vaak staat er Poleitai op de betonnen karkassen gekalkt: Te Koop!

Als we Astakos hebben bereikt, schijnt het zonnetje en is het 26 graden. Eíndelijk mooi weer! Het is een charmante kustplaats. We parkeren langs de boulevard en strijken neer bij zo’n heerlijke, authentieke taverna waar ze de frappé in Heineken-glazen serveren en de uitbater letterlijk door het etablissement rent om de locale Grieken te voorzien van schalen zeebanket.

Erg toeristisch is het hier niet. De enige toeristen die we zien zijn een groep Amerikanen die bepakt en bezakt bij het haventje staan te wachten op de veerboot die hen naar Kefalonia of Ithaka zal brengen. We kopen wat lekkers bij de plaatselijke bakker en eten dat in het zonnetje op een bankje met zeezicht op.

De kustweg omhoog naar Mytikas is prachtig. We maken een stop om van het uitzicht te genieten.

Tegen de rotsige bergwand achter ons staat een koe loom over zee uit te kijken. Aan de bellen te horen is ze niet alleen.

Er komt een Griekse pick-up truck de parkeerplaats oprijden. Langzaam rijdt hij vooruit. Langzaam weer een stuk achteruit. En weer terug. Wat is zijn bedoeling? Als de 3 inzittenden uitstappen, beginnen ze te zwaaien, te roepen en te fluiten. De koeien op de bergwand kijken meteen om, formeren zich en sjokken in een rij weg. Nu snappen we het: het is de boer die z’n vee naar huis haalt.

Tegen half vier zijn we bij camping Elena. We schudden hartelijk handen, installeren ons tegenover de taverna en dan is het tijd voor koude Mythos en koele wijn. Ook hier staat een straf windje. Maar dat is bij dik 25 graden prima. We eten ‘s avonds als vanouds lekker want oma kookt nog steeds.