Een andere parel van Slovenië is het meer van Bohinj. We vertrekken rond half 11 van camping Sobec met als doel camp Zlatorog. Als je de route via Bled neemt, kijk dan vooral even op rechts: je komt dan voorbij een Dino-park in de categorie ‘vergane glorie’. Als je geluk hebt, piept er nét een bewegende, plastic Tyrannosaurus Rex tussen de bosjes door 😉
De route naar het meer van Bohinj voert ons langs mooie vergezichten. Het Nationaal Park Triglav – waar de Bohinj-vallei deel van uitmaakt – ligt in het Noord-Westen van Slovenië in de Julische Alpen.
Langs de zuidkant van het meer volgen we de route naar Camp Zlatorog. De weg wordt steeds smaller en langs de weg wordt het steeds drukker met parkerende dagtoeristen. Op een gegeven moment zien we in het bos – dat steil afloopt naar het meer – allemaal kleurige koepeltentjes kriskras tussen de bomen staan. ‘Kijk! Hier is vast een festivalterrein!’ roepen we tegen elkaar. Het blijkt echter camp Zlatorog te zijn dat mudjevol staat. Misschien dat er ergens nog 2 vierkante meter over is voor een pop-up tentje, maar voor ons blauwe busje is zeker geen plek.
We vervolgen de weg naar boven richting de Savica waterval. De weg wordt steeds smaller en steiler. Het bos omringt ons steeds donkerder. We verwonderen ons over het witte gesteente dat je overal tussen de bomen ziet. Het zonlicht dat tussen de bomen op het gesteente weerkaatst, geeft het bos een bijzondere sfeer.
De weg naar boven wordt zó smal, dat elkaar passeren bijna niet meer mogelijk is. De pendelbus vol campinggasten – formaat touringcar – die ons vlak na Camp Zlatorog passeerde, moet ondertussen weer op weg naar beneden zijn. Bij elke bocht houden we ons hart vast of we hem tegenkomen. Het geluk is met ons en we bereiken het eind van de weg. Vanaf hier is het lopend en klimmend een half uurtje naar de waterval. Op het stampvolle parkeerterrein proberen vriendelijke Sloveense jongeren de aan- en afvoer van het verkeer in goede banen te leiden. We draaien een rondje over het parkeerterrein en besluiten weer weg te gaan. Te vol. Te druk.
We wenden de steven naar het oosten. Het wordt een prachtige rit binnendoor, weg van de snelweg.
Terwijl we richting het oosten zwerven, bepalen we via internet onze komende stop: camping Menina in Rečica ob Savinji.
‘Probably the best holiday&sportpark in the world!’ juicht de camping via de website haar klanten toe. Daar kunnen we ons wel iets bij voorstellen, zeker als je (puber)kinderen bij je hebt. Er zijn op het levendige terrein talloze meer of minder sportieve activiteiten te ondernemen. Of je nu wilt zwemmen, raften, klimmen, een terrasje wilt pakken of een wandeling wilt maken, het kan allemaal. De sfeer is ongedwongen. Vooral veel Nederlanders weten de weg naar Rečica ob Savinji te vinden en dat maakt de camping tot een – drukke – Nederlandse enclave. De uiterst vriendelijke Nederlands sprekende medewerker wijst ons een plek ‘centre ville’ toe, te midden van Nederlandse gezinnen die helaas niet allemaal in harmonie van hun vakantie genieten. Onder het genot van een koude pivo genieten wij gezellig mee.