Vandaag gaan we naar het Nationaal Park Krka. Als je toch in de buurt bent, schijnt dat een absolute must see te zijn. En in de buurt zijn we: vanaf de camping is het een kilometertje berg-af naar Skradin en daar vertrekt – vanaf de bescheiden boulevard – de boot naar de ingang van het park. Zonder slagbomen op ons hoofd lopen we de parkeerplaats af en staan meteen in een heel lange rij. ‘Buy ticket in the glass house on the right!’ laat een allervriendelijkste mevrouw ons weten.
Voor 400 Kuna mogen we – na een klein uurtje schuifelen in de rij richting steiger – aan boord. Met de Plitvice meren van een aantal jaren geleden in ons achterhoofd gaan we vast een mooie dag beleven.
Aangekomen bij de ingang van Krka volgen we de massa. Er zijn vast gauw mooie wandelpaden die we kunnen nemen om de grootste drukte te vermijden, toch? Maar we komen uit op een vlak terrein in het bos. Overal staan kramen met patat, ijs, hotdogs, koude drankjes, noten en t-shirts. In de poel onder de prachtige waterval poedelen honderden mensen. We weten niet wat we zien: ‘Jeetje, het lijkt hier wel het Tiki-bad!’.
Rustige wandelpaden zijn er niet. Er loopt één pad omhoog rond de bovenloop van de waterval en dat wordt omzoomd door cafetaria’s en kraampjes met noten, koude drankjes, T-shirts, en nog meer noten. We sluiten aan in de file. Wát een circus, hier. Maar als je een beetje brutaal durft te zijn en jezelf bij de uitzichtpunten naar voren dringt, kun je toch nog een blik werpen op het natuurschoon.
Als we het wandelpad hebben gelopen, komen we weer uit bij het Tikibad. We willen graag zo snel mogelijk weer weg. Met de meute mee sjokken we richting steiger. Het wachten op de boot terug duurt lang in de brandende hitte.
Terug in Skradin strijken we – om van de teleurstelling bij te komen – neer op het eerste terrasje rechts van de boot.
Op de camping valt de avond in alle rust. De helft van ons wordt ‘s nachts ongemerkt gestoken door een mug die een nare allergie zal achterlaten. Maar dat merken we pas later.