Agios Serafeim (GR) – Agios Ioannis (GR)

Het was een rustige nacht. We zijn vroeg op, betalen de camping en dan reppen we ons weer richting snelweg. We gaan vandaan de Pilion in. Binnen no-time zijn we – via Lamia – in Volos. En dan begint de lange klim over het Pilio-gebergte. De wegen zijn smal, de haarspeldbochten talrijk en de eerste kilometers worden we vergezeld door panorama’s op Volos.

08 16 02

08 16 01

We kachelen een hele poos achter een grote vrachtauto aan. Vinden we helemaal niet erg, want de chauffeur baant voor ons behendig het pad door de nauwe straatjes in de dorpen die die steil tegen de bergen hangen.

Vlak voor Chánia vinden we een taverna waar we met goed fatsoen ons busje kunnen parkeren. We worden meegenomen naar de keuken en kiezen beide het allerlekkerste uit. Tussendoor wippen we het busje nog even in voor een trui en een vestje. Het is fris, hier zo hoog op de berg. De streekgerechten die we voorgeschoteld krijgen, zijn overheerlijk.

08 16 04

Verder omhoog gaat het weer en de weg wordt nóg smaller. Het is hard werken voor de chauffeur. Het landschap is overweldigend mooi en groen. Overal zijn appelbomen te zien, volgeladen met helderrode appels. Ze moeten hier allemaal met de hand worden geplukt, omdat op deze steile hellingen machines niet kunnen worden gebruikt.

Bij de afslag naar Agios Ioannis gaat het berg-af richting zee. Elkaar passeren is soms nauwelijks mogelijk, zo smal is de weg. En wat is het hier druk! We komen uit op een overvolle parkeerplaats bij een rare, chaotische splitsing. We zien camping Papa Nero liggen, maar kunnen maar niet uitvogelen hoe we daar moeten komen. Een behulpzame Griek die in het dorp vakantie viert (en het dus ook niet weet) is zo aardig om het voor ons te vragen. ‘To the left, through the water!’ Door het water?! We nemen lopend een kijkje en dan blijkt dat we over een dammetje door een riviertje moeten. Smal, maar te doen. Daarna een steil pad omhoog en dan meteen het stuur twee keer naar links gooien. Ha, gelukt!

Camping Papa Nero heeft het hoog in de bol. We moeten een polsbandje om. ‘Wear it at all times!’ zegt de mevrouw van de receptie streng. Daarna neemt ze met ons in razend tempo allerlei ge- en verboden door die ze op de camping-plattegrond onderstreept met venijnige pennenstreken,

08 16 05

Echt welkom voelen we ons niet bij een dergelijke ontvangst. Zelf de stroom aansluiten mag ook niet. Dat wordt gedaan door een vriendelijke medewerkster. Wat betreft klantvriendelijkheid kan de manager achter de receptie van haar medewerkers nog flink wat leren.

‘s Avonds kuieren we langs de zee naar het dorp. Om daar te komen moeten we door een hek dat we met het plastic kaartje dat we hebben gekregen, kunnen openen. Het is druk aan de boulevard. En heel toeristisch. Maar de avond is zwoel en de stoelen op het terrasje zitten heerlijk. Achter ons in het stampvolle etablissement volgen de Griekse toeristen op de tv een belangrijke Griekse voetbalwedstrijd. Er wordt – afhankelijk van het favoriete elftal – luidkeels gejuicht of hartverscheurend gejammerd. Maar de glazen worden in harmonie geheven. Voor ons trekt de flaneer-file voorbij. Het is hier kijken en bekeken worden. Best leuk voor een keer.

08 16 06