Het was vannacht heerlijk stil op Coffee Camp en we worden wakker van de kwinkelerende vogeltjes. We slaan het ontbijt op koffie na over en zijn al snel weer op weg. Na een uurtje rijden we Belgrado binnen. Daar is ’s ochtends om 10:00 uur de spits nog niet voorbij.
Ze hebben haast, de Serven. Er wordt gretig gebruik gemaakt van de vluchtstrook, verraderlijk rechts inhalen is hier heel gewoon. Krakkemikkige Yugo’s en kreunende Zastava’s rijden gebroederlijk op met de nieuwste Mercedessen en glimmende, geblindeerde BMW’s.
Achter Belgrado verandert het landschap van plat en weids naar heuvelig en groen.
Men is hier helemaal ingesteld op Europeanen van Turkse herkomst. De restaurants en motels langs de snelweg heten allemaal Bosphorus of Istanbul en zijn – net als veel auto’s die ons inhalen – getooid met de Turkse vlag. Ter hoogte van Nis wordt het een stuk rustiger op de weg: wie de zomer in thuisland Turkije gaat doorbrengen, neemt hier de afslag richting Sofia.
Moesten we vorig jaar nog een stuk over de oude autoput, nu ligt de tolweg er tot Vranje blinkend-nieuw in.
Dit keer vinden we de weg naar camping Enigma zonder moeite. Opa is er niet en aan het onderhoud op het terrein lezen we af dat het seizoen hier nog niet echt helemaal begonnen is. We installeren ons en drinken bij het verlaten zwembad een biertje en een wijntje. De aardige ober vertelt dat het de afgelopen 6 dagen heel slecht weer geweest is, daarom liggen de parasols allemaal plat. Het is nog vroeg in de middag, dus alle tijd om lekker aan te rommelen, een uiltje te knappen en een handwasje te doen. We eten ’s avonds in het restaurant.
Terug bij ons busje zijn ook de andere plaatsen volgestroomd met doorgangs-gasten. Morgen weer een nieuwe reisdag!