We komen wat traag op gang. Tegen half elf zijn we klaar voor vertrek. Voor twee nachten, twee maaltijden met biertjes en wijntjes en de espresso’s die ’s ochtends bij ons busje werden gebracht, betalen we in totaal 58 euro. We hebben genoten van de passie en het enthousiasme waarmee de uitbaters het hun gasten naar de zin willen maken. Als we weer een keer in de buurt zijn, komen we zeker nog eens terug!
We moeten Struga weer door en doordat er veel (smalle) straten zijn met eenrichtingsverkeer, rammelen we een flink stuk door het stadje. Hoe verder van het drukke centrum af, hoe rommeliger en troostelozer de omgeving wordt. Ook hier staan glimmende panden naast verkrotte maar bewoonde bouwvallen.
Door Ohrid gaat het, richting Bitola om daarna bij Níki de grens met Griekenland over te gaan.
Ha, een Zastava 750 de Luxe!
De bochtige weg voert ons langs de uitlopers van het Nationaal Park Pelister. Hoge, beboste heuvels met een grote variëteit aan boomsoorten in honderd tinten groen. Het asfalt zit vol diepe kuilen. Vanavond maar weer even met de schroevendraaier langs alle losgetrilde schroeven in het interieur 🙂
Om 11:45 uur staan we opeens voor de grens. Bij deze kleine grensovergang is het heel rustig. Je zou verwachten dat ze blij zijn dat er eindelijk een klant voorbij komt. Maar nee… we worden achteloos doorgewuifd. Een stempel in ons paspoort kunnen we ook vergeten. Daar doen ze – in tegenstelling tot Servië en Macedonië – in Griekenland niet aan.
Meteen na de grens rijden we – linksaf – de snelweg op. Ook hier geen kip te bekennen. De klok springt een uurtje vooruit.
Het landschap is de eerste kilometers vlak en groen. Geen olijfbomen hier, wel overal borden langs de weg die de reiziger op het hart drukken om ’s winters de sneeuwkettingen om te doen.
Wát is hij lekker, die eerste frappé van de vakantie! We drinken hem ter hoogte van Korydallos in een taverna-langs-de-weg waar jong en oud onder de moerbeien van het middagmaal geniet.
Een uurtje later doemen in de verte de bergen van Meteora op. Het uitzicht beneemt ons de adem.
Eerst naar Kalampaka voor boodschappen en euro’s.
En dan rijden we in Kastraki camping Vrachos op. Het inschrijven duurt 10 seconden: door het open autoraampje geven we ons paspoort en ontvangen we een foldertje van Meteora. Het is verder vrij een plaats te zoeken. Als we die gevonden hebben en de stroom willen aansluiten, komt er een steekvlam uit de stroompaal. Dan maar een andere plek. En daar staan we dan, mooi onder de bomen met Meteora op de achtergrond. Hier houden we het morgen ook wel uit.
Als we ’s avonds al mijmerend onder het luifeltje zitten, komen we tot de conclusie dat we de route over land naar Griekenland via Kroatië veel mooier vinden dan die via Tsjechië en Hongarije.