Vandaag is het een rustdag. We zitten ’s ochtends lekker aan de koffie als er oudere, vriendelijke Griekse meneer naar ons toe komt. ‘Goedemorgen!’ Hij ziet aan onze gezichten dat we verbaasd zijn dat hij Nederlands spreekt. Hij woont in Gorinchem en dit alles – met een weids gebaar – is van hem. Want hij is de eigenaar, vertelt hij trots. We vragen hoe de zaken gaan. Hij lacht. Met hem gaat het goed maar met het land minder, zegt hij. Hoge belastingen, lage pensioenen… Maar Griekenland blijft het mooiste land op aarde. Kijk maar! Hij wijst naar boven: De stralende lucht, de gouden zon, het blauwe water.. nergens is het mooier dan hier. Veel buitenlandse gasten komen er momenteel niet meer, gaat hij verder. Die dure tolwegen ook! Behalve in mei, toen waren er veel Duitsers. Hij wenst ons een prettig verblijf en gaat verder met zijn joviale camping-ronde.
Het is een lome, warme dag. We halen bij de beachbar een frappé. Veel Griekse families brengen de zondag hier aan zee door. We luieren de rest van de middag door met een boekje, een handwasje en de Tour de France en oriënteren ons alvast op de ferry naar Evia die vanuit Glyfa (hier vlakbij) vertrekt. Het vakantie-tempo begint te wennen!
’s Avonds eten we bij de taverna. De kaart en de talenknobbel van de vriendelijke, goedlachse serveerster zijn beperkt, de bifteki is enorm en de choriatiki erg lekker.
Het strand loopt leeg, de Griekse families gaan huiswaarts. Het weekend is voorbij. Bij de caravans achter ons staat de souvlaki-grill er koud en verlaten bij.